Krantenartikel John van Roy

Alleen naar het ziekenhuis als het echt moet

Niet onnodig naar het ziekenhuis hoeven te kleppen. Is dat even lekker. Het Dijklander Ziekenhuis in Hoorn en Purmerend regelt dat met de inzet van kunstmatige intelligentie.

Moet je een operatie ondergaan, dan word je niet meer standaard uitgenodigd voor een bezoek aan de polikliniek. In plaats daarvan wordt er een risicovoorspelling gemaakt. Dit gebeurt met behulp van kunstmatige intelligentie (Ofwel Artificial Intelligence, AI). Als een van de eerste ziekenhuizen in het land gebruikt het Dijklander Ziekenhuis het elektronisch preoperatief screeningssysteem E-POS. AI is geen bedreiging, zoals sommigen vrezen, in het Dijklander Ziekenhuis wordt het gezien als waardevol en kansrijk. Op basis van de uitkomsten besluit de anesthesioloog of, en welk preoperatief onderzoek nodig is. Dat onderzoek is nodig om een patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op een operatie. Anesthesioloog John van Roy ziet kunstmatige intelligentie als een belangrijke tool om processen in de zorg efficiënter te maken. In het Dijklander Ziekenhuis wordt al ruim drie jaar met E-POS gewerkt. Van Roy: „Tijdens de coronapandemie was bezoek aan het ziekenhuis beperkt toegestaan om verspreiding van het virus te voorkomen. Hierdoor kwam de invoering van E-POS in een stroomversnelling.”

Rust
Waar dit eerder standaard tijdens een bezoek aan de polikliniek gebeurde, maakt E-POS dat patiënten zich thuis kunnen voorbereiden. Naast het invullen van een digitale vragenlijst zijn er verschillende instructievideo’s met uitleg over de voorbereiding op een operatie, anesthesiemogelijkheden en de mogelijke bijwerkingen van de gekozen anesthesie aangeboden. Aan de hand van de internationale richtlijnen, de operatiegegevens van de patiënt én de antwoorden op de vragenlijst wordt met behulp van AI een adviesdocument gemaakt. Daarin staat of de patiënt geschikt is voor directe digitale goedkeuring of dat er een telefonisch consult met de arts nodig is. „Operaties met een laag risicoprofiel kunnen hierdoor met alleen een digitaal preoperatief onderzoek direct op de operatielijst worden geplaatst. Alleen als het gaat om een risicovollere operatie, dus wanneer er iets hapert op gezondheidsvlak of er sprake is van een wat zwaardere operatie, worden patiënten nog uitgenodigd voor controle op de polikliniek. Op deze wijze screenen we op een efficiënte manier en kun je als specialist je aandacht besteden aan de patiënten die het echt nodig hebben. En omdat ook deze groep via de videoanimaties de nodige informatie al vooraf heeft ontvangen, merken we op de poli dat de gesprekken tussen patiënt en specialist veel inhoudelijker zijn.” Aanvankelijk waren er best wel vragen rond de implementatie van E-POS. Zo was er veel onduidelijkheid over de werkwijze en het gebruik voor patiënten en zorgprofessionals. Een taskforce bracht alle knelpunten in kaart en loste ze in korte tijd op. „Zoals voor iedere nieuwe toepassing geldt, was ook hier ruimte voor verbetering. Bovendien waren er vraagtekens rond de groep mensen die vanwege de leeftijd wellicht wat minder digitaal onderlegd is. Dat bleek ongegrond; of men wist zichzelf goed te redden, of er was wel iemand in het netwerk van de patiënt die kon helpen. Over het algemeen blijkt dat mensen zich voor de operatie voldoende geïnformeerd voelen door de videoanimaties. Een positief neveneffect is dat mensen nu thuis, wanneer en met wie ze maar willen, de informatie tot zich kunnen nemen. Hierdoor pikken ze de informatie beter op en blijft er meer van hangen dan tijdens een gesprek op de polikliniek. Je creëert rust voor de mensen, dat is absoluut een positief element van de screeningssoftware. ”

Veilig
De grote vraag is of E-POS, als het gaat om preoperatief screenen, dezelfde veiligheid biedt als de situatie voorheen waarbij iedere patiënt die geopereerd moest worden standaard gezien werd op de poli. „Wat we merken is dat het onderliggend algoritme in het systeem defensief is, dat het aan de veilige kant zit”, stelt Van Roy. „Het heeft nog een voordeel: in de oude situatie, voorafgaand aan ieder preoperatief consult, moest de specialist in een korte tijd een afweging maken. Nu heeft de specialist de beschikking over een overzichtelijk adviesrapport op basis waarvan hij of zij bepaalt of en welk aanvullend preoperatief onderzoek er nodig is. Digitale triage geeft niet alleen meer inzicht in de gezondheidstoestand van de patiënt maar is wellicht zelfs consistenter.”

Smartwatches
Het Dijklander vervult een voortrekkersrol. „We zijn vroeg aangehaakt, toen het systeem nog in ontwikkeling was. Anderen keken aanvankelijk de kat uit de boom. Het is goed om te zien dat E-POS steeds verder wordt uitgerold en meer en meer door andere ziekenhuizen wordt omarmd.” Van Roy ziet nog veel meer mogelijkheden voor de toepassing van kunstmatige intelligentie. „Zo kan ik me voorstellen dat er ook na afloop van operaties een digitale monitoring komt. De trend is dat je mensen zo kort mogelijk in het ziekenhuis laat verblijven, hierbij kan digitale ondersteuning helpen. Na bepaalde operaties kan een patiënt direct naar huis als je, met behulp van digitale vragenlijsten en smartwatches bijvoorbeeld, monitort hoe het herstelproces verloopt en vragen stelt over de temperatuur en het op gang komen van de ontlasting. Zo kunnen we monitoren of er zich postoperatieve complicaties ontwikkelen zodat we vroegtijdig signaleren dat er iets mis dreigt te gaan. Mensen kunnen dan op een veilige manier thuis herstellen. ” „De ontwikkelingen gaan ontzettend snel. Zo kunnen de meeste smartwatches bijvoorbeeld al de hartslag en bloeddruk registeren. Daarom verwacht ik dat we binnen vijf tot tien jaar het hele preoperatieve onderzoek op afstand, dus als de patiënten thuis zijn, kunnen afhandelen. Mits deze informatie op een veilige manier kan worden uitgewisseld. De metingen van smartwatches worden steeds beter. Zeker nu je met steeds minder mensen het werk moet doen, is dit een manier om toch de zorg te kunnen bieden die je wilt”, meent Van Roy. „De elektronische snelweg gaat een steeds belangrijkere rol spelen.

Risicogroep
Nu meer ziekenhuizen overstappen op E-POS, komen er meer en meer gegevens beschikbaar voor analyse. „Ik kan me voorstellen dat dat meer inzicht geeft, bijvoorbeeld over bij welke groep patiënten een hartfilmpje vooraf wenselijk is. Vroeger was dat standaard vanaf zestig jaar, nu heeft elk ziekenhuis hierin een eigen beleid. Door de data te analyseren, kunnen we veel gedifferentieerder, gerichter en nauwkeuriger vaststellen welke patiëntengroep nu daadwerkelijk de risicogroep is en nog aanvullend preoperatief onderzoek nodig heeft. En dit geldt natuurlijk voor welke andere groep dan ook „Digitale toepassingen waarbij medische gegevens kunnen worden uitgewisseld zullen toenemen”, voorspelt Van Roy. Maar wat gebeurt er allemaal met jouw gezondheidsgegevens en op welke manier worden deze gegevens beschermd tegen oneigenlijk gebruik? „De technische vooruitgang leidt tot discussies op ethisch- en juridisch vlak. De regelgeving loopt in de praktijk vaak achter op de technologische ontwikkelingen. Het Dijklander ziekenhuis is verplicht de geldende privacywetgeving voor patiënten toe te passen en te controleren op de naleving. E-POS heeft een tweestapsverificatie (een extra beveiligingslaag). Pas nadat de patiënt de persoonsidentificatie, de verstrekte medische informatie en toestemming heeft geaccordeerd, kan de digitale lijst naar de anesthesioloog verzonden worden. Analyses, nodig voor wetenschappelijk onderzoek die uit het E-POS databestand worden gehaald, zullen altijd geanonimiseerd, dus niet herleidbaar, worden toegepast.”