NovaCair en het Erasmus MC zijn op 2 juni 2020 een langdurige samenwerking gestart. Het doel is om samen met het Erasmus MC de preoperatieve zorg te verbeteren, waarbij een einde komt aan de one-size-fits-all benadering en de belangen van de patiënt meer centraal komen te staan.
Daarbij wordt slimme software ingezet om zo medisch specialisten te ondersteunen tijdens het preoperatieve proces. De komende jaren zullen meerdere klinisch wetenschappelijke onderzoeken vanuit het Erasmus MC volgen, die wetenschappelijk moeten aantonen dat dit veilig kan en zelfs leidt tot betere kwaliteit van zorg.
Betrokken anesthesiologen Jan-Wiebe Korstanje, Sander van den Heuvel en professor Robert Jan Stolker (Erasmus MC) en Rik Bijl, Thijs Vermeulen en Rick van Scherpenzeel (NovaCair) zijn ontzettend blij met deze overeenkomst. Hierin is officieel afgesproken dat beide partijen de komende jaren intensief gaan samenwerken.
NovaCair: “Met deze unieke en meerjarige samenwerking met het Erasmus MC kan E-POS verder uitgroeien tot een kwalitatief en wetenschappelijk gevalideerd product, die landelijk en internationaal ingezet kan worden en de perioperatieve zorg zal optimaliseren”
Als het aan anesthesiologen Sander van den Heuvel en Jan-Wiebe Korstanje ligt, brengt een groot deel van de patiënten in de toekomst een digitaal bezoek aan het spreekuur, voordat een operatie plaatsvindt. Hiervoor hoeven patiënten dan niet meer naar het Erasmus MC te komen. Maar of dat kan en verstandig is, wordt eerst door hen onderzocht.
Korstanje en Van den Heuvel hebben voor dit onderzoek bijna 1 miljoen euro subsidie gekregen van het Topconsortium Kennis en Innovatie Health Holland. Dit is een instantie die wetenschappers uitdaagt om samen met bedrijven met technologische oplossingen te komen voor ingewikkelde vraagstukken in de zorg. Het bedrag werd voor de coronacrisis toegekend. ‘Sinds de crisis is de vraag naar een digitale screeningsmethode alleen maar toegenomen’, vertelt Sander van den Heuvel. ‘Sommige ziekenhuizen doen vanwege de crisis al veel meer telefonisch op dit vlak dan voor de crisis, echter zonder zicht te hebben op de consequenties.’
Alle patiënten die worden geopereerd, komen altijd eerst langs op het pre-operatieve spreekuur. Daar krijgen zij uitgebreide informatie over de gang van zaken voor, tijdens en na hun ziekenhuisopname. Over nuchter blijven, narcose of een ruggenprik als verdoving en andere technieken die worden gebruikt tijdens de operatie. De anesthesioloog is een medisch specialist die zich bezighoudt met het geven van anesthesie aan patiënten die een operatie of een pijnlijk, belastend onderzoek moeten ondergaan.
Van den Heuvel: ‘Maar voordat een patiënt wordt geopereerd, maken we, soms in overleg met de behandelaar, en altijd in samenspraak met de patiënt een inschatting van de risico’s die aan zo’n operatie kleven en advies over welke keuzes zij het beste kunnen maken. Daarvoor moeten we goed zicht hebben op de gezondheid van de patiënt. Zo’n gesprek telefonisch voeren is niet ideaal. Want heeft de patiënt wel begrepen wat er is gezegd? En is de patiënt echt wel zo fit als hij of zij zelf denkt en zegt? Uiteindelijk geeft de patiënt een informed consent ofwel toestemming voor het uitvoeren van de medische behandeling.’
Bij het Erasmus MC gaat dit al snel om 15.000 – 20.000 patiënten per jaar. Die patiënten zijn daarvoor, zonder hun reistijd mee te rekenen, zo’n vijf kwartier aanwezig in het ziekenhuis. Voor een gesprek van twintig minuten met de anesthesioloog, maar ook langs de apotheek voor het controleren van de medicatie, soms een hartfilmpje of bloeddrukmeting en voor het invullen van een vragenlijst over hun gezondheid, als zij dat thuis nog niet hebben gedaan.
‘Wij denken dat een groot deel van de relatief gezonde patiënten die geopereerd moet worden deze stappen met behulp van een intelligente vragenlijst digitaal kan doorlopen vanuit huis. Dit kan dan op een zelf gekozen tijdstip en zonder reis naar het Erasmus MC. Het is daarbij wel belangrijk dat we zeker weten dat zij de voorlichting goed hebben begrepen, dus we zullen naast vragenlijsten over hun gezondheid die zij digitaal moeten kunnen invullen, een soort kennistest ontwikkelen die onderdeel wordt van het patiëntendossier.’
‘Een struikelblok is het informed consent, want daarvoor is nu nog fysiek contact nodig. Sommige ziekenhuizen laten de patiënten akkoord geven vlak voordat zij worden geopereerd. Dat kan, maar is in onze ogen geen optimale situatie. Iemand moet een weloverwogen een beslissing nemen en de tijd krijgen om hierop terug te komen of aanvullende vragen te stellen.’
‘Ander belangrijk aspect is het meten van de patiënttevredenheid en veiligheid gedurende het hele proces’, vervolgt Van den Heuvel. ‘We hopen ons onderzoek binnen vier jaar af te ronden en in die tijd met behulp van gegevens uit meer ziekenhuizen te monitoren of hierdoor bijvoorbeeld complicaties toenemen of operaties worden uitgesteld. ’
‘Dus het blijft voorlopig mogelijk voor patiënten om langs te komen, als zij dat willen en natuurlijk als wij denken dat dit vanwege de gezondheid van de patiënt noodzakelijk is. Ons uitgangspunt is om in de toekomst hierdoor meer tijd te hebben voor ernstig zieke patiënten waarvoor het belangrijk is om meer onderzoek te doen, voordat we beslissen om te opereren.’